Woordenlijst

Algemene kenmerken van het water van een zwembad

Actief chloor

Het chloor die beschikbaar is voor desinfectie, is afhankelijk van de pH. Bv.: bij een pH van 7,2 is het actieve chloor 70%. Bij een pH van 7,8 is nog maar 30% beschikbaar.

Actieve zuurstof

Desinfecterende zuurstof die aanwezig is in producten zoals waterstofperoxide of kaliummonopersulfaat. Het is zeer actief tegen micro-organismen, maar heeft geen blijvende werking. Het moet worden gebruikt in combinatie met een ander product, de activator, die zorgt voor de blijvendheid van de behandeling.

Algen

Ze vormen geen enkel gevaar voor de mens, maar zorgen er alleen voor dat het water er niet mooi uit ziet. Daarnaast brengen ze organische materialen mee die desinfecteerproducten absorberen. Ze verbruiken kooldioxide, wat zuur is, en daardoor stijgt de pH. Ze hechten zich meestal in de voegen tussen tegels en als ze zich goed ontwikkeld hebben, zijn ze moeilijk te verwijderen. Als ze voorkomen geeft dit aan dat er onvoldoende gedesinfecteerd is, maar het tegenovergestelde is niet waar.

Anorganisch chloor

Chloor verkregen uit cyanuurzuur of stabilisator.

Antikalk

Hiermee kunnen kalkafzettingen worden verwijderd die de leidingen verstoppen en algen voeden.

Bacteriën

Meestal overgebracht door zwemmers. Het infectierisico komt voornamelijk van stafylokokken, ziekteverwerkers voor keel, neus en oren. Ze worden uitgescheiden in het water omhuld door slijm dat ze beschermt tegen desinfecteermiddelen. Ze zijn geconcentreerd in het bovenste gedeelte van het water en kunnen worden verwijderd door het afvloeien van het oppervlak via de goten.

Broom

Oxidant uit de familie van de halogenen die net als chloor kan desinfecteren. Broom wordt geëxtraheerd uit zeewater of zoutbronnen en is minder agressief dan chloor voor de huid, de ogen en de haren. Het is minder gevoelig voor de pH en blijft effectief tot een pH van 7,8. Wordt in het bijzonder aangeraden voor verwarmde zwembaden waarvan de temperatuur een stijging van de pH bevordert.

Buffereffect

Is essentieel voor het voorkomen van te grote pH-schommelingen. Het buffereffect wordt verkregen met een goed afgestelde hardheidsgraad.

DPD-tabletten

Analyseset waarmee kan worden gecontroleerd of het chloor in het water actief is of niet. Met DPD nr. 1 wordt het vrije chloor bepaald, met DPD nr. 2 monochlooraminen, met DPD nr. 3 di- en trichlooraminen en met DPD nr. 4 het totale chloor (actief + reserve + chlooraminen). Alleen DPD nr. 1 -tabletten zijn nuttig voor privézwembaden.

Gebonden chloor

Het resultaat van de afbrekende werking van chloor op de stoffen die het aanvalt door oxidatie. Wordt ook chloramine genoemd. Is niet actief op de te behandelen micro-organismen. Alleen met een regelmatige schokbehandeling kan gebonden chloor worden verminderd en kan het chloor weer voldoende actief worden gemaakt.

Gezondheidsschrift

Verplicht document voor het beheer van een openbaar zwembad. In dit schrift worden alle dagelijkse elementen verzameld die van invloed zijn op het zwembad (filtercycli, watertemperatuur, pH, gehalte desinfecteermiddel, enz.).

Natriumchloride

Dit is het zout dat aan het water wordt toegevoegd en dat zich door middel van elektrolyse omvormt in natriumhypochloriet waardoor het zwembad kan worden gedesinfecteerd. Het zout moet zo veilig mogelijk zijn om de elektrode niet voortijdige te beschadigen of vlekken op de liner te veroorzaken.

Oxideerbare stoffen

Het gehalte aan organische materialen. Dit moet zo laag mogelijk zijn, over het algemeen onder 5 mg/l O2 en indien mogelijk dicht bij 1 mg/l om te voorkomen dat het desinfecteerproduct wordt verbruikt.

Parasieten (schimmels en amoebes)

Het belangrijkste risico bij schimmels is een schimmelinfectie tussen de tenen die wordt overgedragen via vloeren en banken van hout. Risico vanwege amoebes is heel zeldzaam, maar er kan een amoebevariëteit worden overgedragen dat primaire amoebenmeningo-encefalitis veroorzaakt, een normaal gesproken dodelijke ziekte. Warm water bevordert de groei van amoeben.

pH of pondus hydrogenii

Hiermee kan de zuurheid of alkaliteit van het water worden bepaald. Het wordt normaal aanbevolen om de pH tussen 7,2 en 7,4 te houden. Een pH hoger dan 7,8 veroorzaakt kalkvorming op het materiaal, ongemak voor de zwemmers want agressief voor de huid en de ontwikkeling van bacteriën en algen die zich voeden met kalk en magnesium. Een ure pH lager dan 7 veroorzaakt corrosie. De pH wordt gemeten met een elektronisch testapparaat, Aquachek teststaafjes, bv.

PHMB

Polymeer Hexamethyleen Biguanide Bactericide: algendodend middel dat een vlokvormende kracht heeft. De werking moet worden gecombineerd met een oxidant zoals waterstofperoxide. Om PHMB in een chloorbad te gebruiken moet het chloor eerst worden geneutraliseerd (met ACTI Stop). Een zwembad dat is behandeld met PHMB moet volledig worden geleegd voordat er chloor kan worden toegevoegd.

Pondus hydrogenii (pH)

Deze moet tussen 6,9 en 8,2 liggen. De ideale waarde is 7,4 (gemiddelde pH van tranen).

Ppm

De afkorting voor parts per million (deeltjes per miljoen). Dit is een meetstandaard voor verschillende gehaltes. Hij komt overeen met mg/l of g per m3.

Stoffen in suspensie (SIS)

Zwembadwater moet hier zo min mogelijk van bevatten.

Totaal chloor

De optelsom van vrij chloor en gebonden chloor. Totaal chloor en vrij chloor kunnen worden gegeten met de Aquacheck Silver teststaafjes.

Totale alkaliteit (TA)

In zwembadwater is dit het bicarbonaatgehalte. Dit vertegenwoordigt het buffervermogen van het water. Water met een lage TA zal grote pH-schommelingen vertonen. Een goede waarde ligt tussen 5,6 dH en 16,8 dH. Over het algemeen is de TA iets hoger dan de TH.

Totale hardheid (TH)

De hardheid van water ligt idealiter tussen 5,6 dH en 11,2 dH.

Virussen

In water is het risico op het overdragen van virussen bijna nihil (ze vermenigvuldigen zich niet in water en worden over het algemeen snel vernietigd door de desinfecteermiddelen). Het belangrijkste risico is verbonden aan het virus voor voetwratten (papillomavirus) dat wordt overgebracht via de vloer op zwemmers op blote voeten (strand, kleedruimtes en douches).

Vlokmiddel

Aluminium- of ijzersulfaten waarmee microdeeltjes die aanwezig zijn in het water kunnen worden samengeklonterd zodat ze worden tegengehouden door de filtering. Verbetert zo de fijnheid van de filtering. Afgeraden voor filters met diatomeeën. Dit is ACTI FLOC of FLOVIL.

Water schokken

Een aanvullende behandeling van het water die overeenkomt met een overdesinfectie. Door het water te schokken kan het verzamelen van verontreinigingen worden verkomen, wordt de werking van het desinfecteermiddel geoptimaliseerd, wordt het chlooraminegehalte geminimaliseerd en blijft het water helderder. Hiervoor moet chloorschok of broomschok worden gebruikt, waarbij de pH moet worden afgestemd op de behandeling (ideaal 7,2 tot 7,4 voor chloor en 7,2 tot 7,8 voor broom).